Gebruik biociden
Het gebruik van biociden, middelen die bepaalde organismen doden, is met name in de landbouw een diep geworteld fenomeen ten behoeve van de gewasbescherming. Naast de chemische ziekte- en plaagdierbestrijdingsmiddelen, ook wel pesticiden genoemd, zijn biociden ook in gebruik voor ontsmetting, conservering en als aangroeiwerend middel. Een aparte groep pesticiden, de fungiciden, worden op grote schaal toegepast als zowel systematisch middel en als niet-systematisch middel, (opgenomen in het gewas, of alleen werkend op de buitenkant van het gewas), ter bestrijding van ongewenste schimmelinfecties.
Voor veel middelen geldt dat de acute giftigheid voor mens en dier beperkt lijkt, maar de middelen vormen zeker op de lange termijn een groot gezondheidsrisico. Het niet direct kunnen aantonen van een causaal verband tussen de gebruikte middelen en bepaalde schadelijk stoffen vormt een hindernis voor het verkrijgen van een verbod op dergelijke middelen. Denk hierbij aan de langlopende discussie over de middelen die glyfosaat bevatten.

Afname biodiversiteit
Door het gebruik van bovengenoemde biociden in combinatie met de moderne manier van landbouw, veeteelt en landschapsbeheer is de biodiversiteit de laatste jaren sterk afgenomen. De afname van biodiversiteit houdt gelijke tred met de afname van drachtplanten die voor de honingbijen belangrijk zijn. Hoewel er nog plekken zijn waar voldoende voedsel gevonden wordt, is het gebrek aan diversiteit alsnog nadelig zijn voor de bijen. Bijengezondheid hangt nauw samen met een zeer divers voedselaanbod. De mogelijkheid tot zelf-medicatie is verstoord.

Verspreiding van bijenziekten
Door import en vervoer van koninginnen en/of volken hebben bijenziekten de kans gekregen om zich onnatuurlijk snel over de gehele wereld te verspreiden. Ziekten en plaagdieren kunnen zich daarnaast eenvoudig tussen volken bewegen ten gevolge van de zeer geringe afstand tussen volken in een imkerij. De natuurlijke afstand tussen in het wild levende volken werd voorheen bepaald door de combinatie van voedselaanbod, de vliegradius van de koningin en/of darren en het gedrag van de bijenzwermen. Het ontstaan van natuurlijke weerstand houdt door menselijk ingrijpen geen gelijke tred met de verspreiding van bijenziekten.

De impact van “bijenhouden”
De ‘moderne imkerij’, de manier waarop bijen (bedrijfsmatig) worden gehouden, speelt ook een niet te onderschatten rol bij de bijensterfte. Hoewel de imker natuurlijk gebaat is bij gezonde bijen, zijn er een aantal zaken die de natuurlijke weerstand van bijen ondermijnen.
We houden de bijen in kasten die met name voor de imker handig zijn maar qua vocht- en temperatuurregulatie niet ideaal voor een bijenvolk.
Verder “oogsten” wij honing van het bijenvolk en compenseren dit qua energiewaarde met terugvoeren van suikerwater. Suikerwater heeft natuurlijk nauwelijks voedingswaarde.
Maar alleen al het openen van bijenkasten en manipulatie van de bijenvolken verstoort de rust en het opgebouwde interne bijenklimaat, wat stress voor de bijen oplevert. De stress heeft invloed op het gedrag van de bijen en verstoort derhalve de harmonie binnen het volk. Het gebrek aan harmonie heeft impact op zowel de verzorging van de koningin als de broedzorg.
Naast bovenstaande verzorgingsaspecten laten de meeste imkers geen plek voor de natuurlijke voortplantingsmethode van de bijenvolken. Het zwermen van bijenvolken wordt vervangen door kunstmatige opdeling van de volken en de natuurlijke bevruchting wordt op grote schaal vervangen door kunstmatige inseminatie. De natuurlijke selectie van de sterkste koninginnen en darren wordt vervangen door voortplanting op voorkeuren van de bijenhouders. Korte termijn successen op door de imker gewaardeerde eigenschappen worden behaald, maar de lange termijn effecten voor de gehele soort zijn niet in te schatten.
Verder grijpen veel imkers naar chemische middelen bij het bestrijden van plagen en ziekten in de bijenkast. De chemische residuen uit deze middelen hebben zowel effect op de volwassen bijen als het broed. Net als bij bovengenoemde biociden worden de lange termijn effecten op de bijenpopulatie onvoldoende onderkent. Daarnaast schaadt het oplossen van een bijenprobleem met menselijke middelen het ontstaan van natuurlijke weerstand van de bijen tegen de ziekten en plaagdieren. Het bijenhouden op zich draagt dus ook bij aan de verzwakking van de honingbijen, en daarmee ook aan de onderliggende problematiek van de bijensterfte.

 


donateurs